In gesprek met ... Jelle de Jong en Steven Grevink
Samen aan de lat voor een gelukkige samenleving
Een thuis waarin je je fijn voelt en veilig. Dat wil iedereen. Maar zo’n plek vinden, of houden wordt steeds moeilijker. ‘Het juiste thuis’ is een schaars goed. Over hoe daarmee om te gaan, gaat een reeks interviews.
Harde (wonen en ruimte) en zachte (welzijn en zorg) sectoren schuiven in elkaar
door Corrie de Leeuw, verslaggever Het Juiste Thuis
Deze keer een gesprek met de wethouders Jelle de Jong (Dorpsvisie, ruimtelijke ordening en wonen) en Steven Grevink (GroenLinks-PvdA, zorg en welzijn), wethouders in de gemeente Son en Breugel. Over hoe er door hen dwars door de grenzen van ‘de harde en de zachte portefeuille’ wordt samengewerkt. Omdat uiteindelijk ieder bestuurlijk facet te maken heeft met de samenleving en de wethouders willen werken aan een samenleving waarin iedereen gelukkig kan zijn, aldus de Son en Breugelse collegeleden.
Vlnr: Jelle de Jong en Steven Grevink
De werelden van zorg en welzijn en die van wonen en ruimte lijken soms gescheiden door oceanen. Er worden verschillende talen gesproken en het zijn vaak andere ‘types’ die er werkzaam zijn. Om het maar eens gechargeerd neer te zetten: de stoere jongens en meiden van de harde sector van het stenen stapelen versus de softies van het eeuwig begripvol zijn. En ja, die types zijn vaak ook te herkennen in de politiek.
Spraakverwarring tussen werelden van wonen, zorg en welzijn
Om mee te helpen die werelden bij elkaar te brengen, verscheen er bij Het Juiste Thuis zelfs een vierdelige podcastserie: ‘Spraakverwarring in wonen, zorg en welzijn voor senioren’. Want het besef is gelukkig wel groeiend: wonen en welzijn horen bij elkaar. In een fijne woonomgeving kijken mensen naar elkaar om. En dat is niet alleen prettig, maar ook noodzakelijk. Zeker voor (oudere) mensen die het niet meer helemaal alleen kunnen of willen en voor wie professionele hulp steeds minder beschikbaar is.
Oud-rijksbouwmeester Floris Alkemade verkondigt het overal waar hij voor een spreekbeurt wordt uitgenodigd: ‘Bouwen, bouwen, bouwen is het domste dat je kan doen. Je moet geen huizen bouwen, maar gemeenschappen’. En dat is nou precies waar de Son en Breugelse wethouders Jelle de Jong en Steven Grevink -overigens van harte gesteund door de derde wethouder Jan Boersma- naar streven: gemeenschapszin en een lokale samenleving waarin mensen zich prettig voelen. Grevink: ,,In wat voor huis je ook woont als je ouder wordt en minder mobiel: veel te groot, veel te klein of precies goed; zonder mensen in je leven die naar je omkijken heb je daar niks aan.”
“In wat voor huis je ook woont als je ouder wordt; zonder mensen in je leven die naar je omkijken, heb je daar niks aan.”
‘Team samenleving’ overlegt zonder tussenschotten
Dus: Weg met de schotten tussen de bestuurlijke portefeuilles. In Son en Breugel overleggen de drie over alle onderwerpen samen. ,,Wij wethouders noemen onszelf het Team Samenleving”, zegt De Jong. En Grevink vult aan: ,,We staan samen aan de lat voor een gelukkige samenleving. En het sociaal domein is de spil van alles. Het sociaal domein is niet alleen zorg en ondersteuning, maar net zo goed preventie, wonen en alles wat met de omgeving te maken heeft.”
In dit verband wijzen De Jong en Grevink op een onlangs unaniem genomen raadsbesluit: er komt een gloednieuw buurt- en gezondheidscentrum in de Sonse wijk de Gentiaan. Het nieuwe centrum Braecklant (oplevering eind ’27, begin ’28) gaat 5 miljoen euro kosten. En zowel het gezamenlijk met betrokken partijen doorlopen traject naar de nieuwbouw als het gebruik ervan daarna moeten een voorbeeld worden voor andere wijken.
Voor elkaar zorgen zit in de aard van mensen
Waarom? Omdat de aanpak ‘het zelf-genererend vermogen van de samenleving vergroot en dat leidt weer tot zelfredzaamheid en samenredzaamheid’. In gewone mensentaal bedoelen de wethouders daarmee dat het in de aard van mensen zit om voor elkaar te zorgen en elkaar op te zoeken en dat een centraal gelegen wijk-huiskamer, met onder hetzelfde dak de huisarts, verloskundepraktijk, verenigingsruimten en een bundeling van andere voorzieningen, helpt om verbindingen tussen mensen tot stand te brengen.
Over de precieze invulling met activiteiten krijgt de buurt een dikke vinger in de pap. Zij zijn tenslotte de mensen die bepalen of Braecklant een succesfactor wordt voor een fijne wijk waarin mensen veilig kunnen blijven wonen; ook als ze ouder worden en niet alles meer alleen kunnen.
“Wij zijn ervan overtuigd dat die 5 miljoen euro een investering is waarmee we later op zorgkosten besparen en mensen een beter leven krijgen.”
5 miljoen euro voor een wijkcentrum is een investering
En daarmee zijn we bij de tweede belangrijke reden waarom het Son en Breugelse college per se die 5 miljoen euro wilde vinden. Grevink: ,,Vooral in de zorg wordt alles duurder: jeugdzorg, gezinszorg, zorg voor ouderen. Maar wij zijn ervan overtuigd dat die 5 miljoen euro een investering is waarmee we later op zorgkosten besparen en mensen een beter leven krijgen.”
Het werken aan ‘levensloopbestendige wijken’ is een ding. Maar hoe zit het in Son en Breugel met het woningaanbod? Hoematchtdat met de vraag naar woningen? Nou, niet best dus, erkennen de wethouders. En misschien is er -vooral in Son- wel sprake van een extra grotemismatch.
Huis te groot maar verhuizen geen optie
Ook in Son en Breugel is een groot tekort aan betaalbare (koop- en huur)woningen voor starters. Ook hier bijna geen kleine woningen die geschikt zijn voor senioren die best wat kunnen betalen. Ook hier weinig doorstroming omdat mensen weliswaar inmiddels in een te groot huis wonen (kinderen de deur uit), maar verhuizen geen optie is. Er zijn immers geen geschikte woningen en als er al woningen zijn, zijn ze duurder en staan ze op een mindere plek.
In Son en Breugel was de gemiddelde verkoopprijs van koopwoningen in de eerste maanden van 2025 652.756 euro. Daarmee is Waalre als duurste gemeente van Zuidoost-Brabant onlangs van de eerste plek verdrongen.
Oudere, ‘verwende’ bewoners blijven zitten waar ze zitten
En dan heeft vooral Son nog het nadeel dat er bovengemiddeld veel fraai gelegen, grote koopwoningen staan. Vaak bewoond door ouderen, die dus qua wonen ‘verwend’ zijn en niet zomaar willen verhuizen. Waren er goede alternatieven, dan zouden de komende jaren duizend woningen van 55-plussers in Son en Breugel vrijkomen, zo bleek uit een onlangs gehouden enquête van de lokale Seniorenraad. Maar die alternatieven zijn er dus niet.
Het klopt, zeggen Grevink en De Jong, de woningmarkt zit ook hier muurvast. ,,Nou ja, grote dure huizen hoeven we alvast niet meer te bouwen. We moeten alleen nog maar bouwen wat we niet hebben: appartementen en kleine huizen voor jong en oud”, aldus De Jong. Grevink zegt: ,,Passend wonen. Daar zit de sleutel.” En De Jong omschrijft dat passend wonen als ‘een huisje-boompje-beestje-gevoel’ in iedere levensfase.
‘Samen doen’ binnen de regio
Maar dat zijn oplossingen voor de lange termijn, wat kan een gemeentebestuur nu al doen? Uit de gemeentelijke Volkshuisvestingsnota -ook recent vastgesteld- blijkt dat in Son en Breugel onder meer de volgende maatregelen voorgesteld worden:
het antispeculatiebeding benutten
pre-mantelzorg en meergeneratiewonen mogelijk maken
flexibele parkeernormen
innoveren en experimenteren
woningsplitsen
Daarbij wordt het belang van ‘het samen doen’ binnen de regio benadrukt.
De Jong en Grevink hebben het ook nog over versoepeling van de hospitaregeling, het toestaan van het wonen van meerdere personen op een adres en bij bepaalde projecten ouderen voorrang geven.
Druppels op een gloeiende plaat?
Maar toch: de toekomst is ongewis -zie bijvoorbeeld de stikstofgevolgen voor de bouw, de ontwikkelingen in de wereldeconomie, de spanningen in Europa- en de macht van een gemeente is beperkt. Zijn alle goede bedoelingen dan geen druppels op een gloeiende plaat?
Jelle de Jong en Steven Grevink zijn hun optimisme niet verloren. Ze zijn er van overtuigd dat hun onderlinge samenwerking en de samenwerking met groepen uit de bevolking, bouwers, ontwikkelaars en andere regiobestuurders een realistische aanpak is in het streven naar een ‘juiste thuis’ voor iedereen.
Of en wanneer hun kijk op een realistische aanpak ook realiteit wordt, kan alleen de tijd uitwijzen.
april 2025